We zien dat alle beelden opgebouwd zijn uit lappen materiaal, allemaal stukken die 1 geheel vormen. We zijn allemaal onderdeel van een groter geheel. Het gehele universum is opgebouwd uit kleinere deeltjes, 1 van de deeltjes is elk individu afzonderlijk – elk op zich belangrijk en uniek in het geheel! Daarnaast zien we steeds de gaten in de beelden ontstaan bij het opbouwen. Een open beeld, men kan er los door kijken.

Door deze gaten gaat het werk er ouder uitzien, reeds gebruikt en geleefd, weggeworpen, precies opgegraven uit een andere tijd… kortom het krijgt een ziel. Dit maakt de kloof tussen mens en kunstwerk kleiner: de mens heeft ook zijn kwetsuren en wordt zo op zijn gemak gesteld. Er ontstaat een soort binding tussen toeschouwer en werk.

De laatste beelden zijn opengescheurd van beneden tot boven, dit is een weergeven van de “verscheurdheid en verdeeldheid” in de wereld.

De tegenstelling die terug op de spits gedreven worden tussen Oost en West, tss Noord en Zuid, tss Arm en Rijk, Blank en Zwart en ga zo maar door.
Dat fenomeen wordt verwerkt in mijn werk door middel van verscheurde beelden, ze zijn open van boven tot onder. Ook de open hoofden vallen op, geen gezichten. Wil men zuiverheid en eerlijkheid, dan kan men maar best het gezicht weglaten. Een beter soort mens zonder gezicht!

Een tweede punt hierbij is dat de meest gruwelijke beelden uit oorlogsgebieden de beelden zijn van mensen met een weggeslagen gezicht, met “geen” gezicht! Ofwel –“’t is geen gezicht”.

    website